|
||||||||
Elk van ons zou het stilaan moeten weten: als het Brusselse Seyir-label een plaat uitbrengt heb je geen keuze: dan moét je gewoon gaan luisteren. Dat heeft alles te maken met de stevige verankering van het label in de hedendaagse wereld-folkscene en et het feit dat daar ene Tristan Driessens rondloopt. Die is oud-speler bij de gratie Gods en hij kent de Europese folkscene, en die van Zuidelijk Europa in het bijzonder, op zijn duimpje en hij zat dus ook aan de knoppen bij de opnames van deze duoplaat in het kerkje van Fernelmont, een prachtig dorpje in het noorden van onze provincie Namur, tegen de Luikse provinciegrens aan. Daar hebben ze niet alleen een erg fraai kasteel, maar -in deelgemeente Franc-Waret- ook een zeventiende-eeuws kerkje dat in muzikantenkringen behoorlijk bekend is, vanwege zijn bijzondere akoestiek. Het is in dat kerkje dat jeugdvrienden Türkan en Sinopoulos -de één van Turkse origine, de ander van Griekse komaf en beiden meesters op de driesnarige luit, die in Turkije kemençi heet en in Griekenland politiki lyra- deze plaat van hun dromen opnamen. De beide muzikanten waren eerder samen al te horen op de twee platen van het “Letter from Istanbul”-project, maar deze nieuwe is hun duettendebuut, waarvan ze al enkele jaren vonden dat ze er ooit moest komen, maar die, door de drukke agenda van beiden, voor een vrij lange tijd in de lade bleef liggen. Zelf omschrijven de muzikanten de plaat als een dialoog, waarin ze de muzikale tradities exploreren waar ze van houden, en daarbij oog hebben voor de typerende klanken van de plaatsen waar hun reizen hen brengen. Een muzikaal reisverslag als het ware, waarin zowel de geografische plaatsten waar ze kwamen, aan bod komen, als de geschiedenis van die plaatsen en de neerslag van de ervaringen, die die plaatsen en geschiedenissen op hun persoonlijke leven hebben (gehad). Daarbij vertrekken ze vanuit Istanbul, waar hun beider instrumenten vandaan komen en waar de “makam” levendig gehouden wordt, de muziekvorm die de bron is van heel veel muziekjes, die iedereen in Turkije of Griekenland kent. Vanuit Istanbul gaat het naar het eiland Mytilini en naar Izmir, dat bekend staat als de “wieg van de rebetiko”. Ook de Cycladen komen aan beurt en de stad Konya, de plaats waar de draaiende Dervishen vandaan komen. Vandaaruit gaat het naar Erdek, bij de Zee van Marmara en tenslotte terug naar Istanbul, waarvan deze keer de taverna-dansen onder de loep genomen worden.. Tot daar levert de plaat een achttal erg boeiende en gevarieerde stukken muziek op, die vervolledigd worden met een gelegenheidscompositie, genoemd naar Fernelmont, de plaats van opname en opgedragen aan Neva Driessens, het dochtertje van Tristan. Op die manier wordt de cirkel helemaal gerond en u moet me maar op mijn woord geloven: dit is een ronduit fantastisch mooie plaat geworden van twee heren, die eigenlijk geen commentaar meer behoeven? (Dani Heyvaert)
|
||||||||
|
||||||||